Wedstrijd vliegen met veel wind

Harde wind is een van de meest vervelende omstandigheden om een wedstrijd te houden. Tegenwoordig zijn alle stunt vliegers gemaakt van moderne materialen en erg licht. Een windkracht 3 geeft voor veel piloten al problemen en het is dan nodig om maatregelen te nemen om de vlieger optimaal ondercontrole te houden.

Er zijn twee gevaren bij het vliegen bij veel wind; de vlieger gaat steeds sneller vliegen en goede controle tijdens de precisie gaat verloren, ook gaat je vlieger veelste te snel om maat te houden bij een ballet. Het tweede gevaar is de trekkracht, deze wordt door STACK piloten ervaren al een noodzakelijk kwaad. Bij veel wind kan de trekkracht zo hoog oplopen dat je achter je vlieger aangesleept wordt het STACK veld uit. Ook kun je kuur niet meer uitvliegen want de extreme krachten dwingen je tot andere minder radicale figuren.

Vents

De eerste regel bij harde wind is het kwijtraken van de druk in je vlieger, zonder de immense trekkracht is je vlieger weer controleerbaar. De meest voor de hand liggende oplossing is het gebruik van een vented vlieger, ofwel een vlieger waarbij zeildoek is vervangen door gaas panelen of simpelweg gaten. De grote vraag is echter; waar moeten deze gaten zitten? De vented vlieger moet natuurlijk net zo goed vliegen met veel wind als je standaard vlieger in goede wind. Deze vraag is niet zo simpel te antwoorden en ik kan hier alleen verschillende principes laten zien en vertellen waar ik zelf de beste ervaring mee heb.

Vents over gelijk over het zeil verdeeld
Het eerste principe is het verdelen van je vents gelijkmatig over het zeil. Hierbij wordt de wind doorlaatbaarheid van het zeil op alle plekken evenveel vergroot. Deze manier van vents is erg arbeidsintensief doordat er vaak heel veel vents worden gebruik. Het resultaat is niet optimaal, de vlieger veranderd aanzienlijk in zijn vlieggedrag ten opzichte van de standaard.

Vents gecentreerd
Een andere methode is het aanbrengen van grote vents op bepaalde plaatsen van de vlieger. In de praktijk zie je fabrikanten bepaalde vlakken van het grafisch ontwerp worden uitgevoerd met gaas. Indien de panelen goed gekozen worden ontstaat er een hele goede vented, echter het kiezen van de vents en de grootte van de vents is erg moeilijk.

Gaas

Eigenlijk zijn er op dit moment twee vents varianten. De eerste is de bekendste, dit zijn de gaas panelen in het zeil. Het gaas laat een percentage van de wind door, waardoor de druk afneemt in de vlieger. Een nadeel van dit principe is dat het gaas toch wind blijft vangen. Een tweede nadeel is dat sommige piloten van mening zijn dat de luchtstroom om het zeil beter wordt indien er gaas in verwerkt is. De lucht wervelt minder en “plakt” beter op het zeil. Deze effectievere luchtstroom zorgt dat de vlieger meer druk opbouwt en sneller vliegt, juist de punten die we niet willen bij veel wind.

Gaten

Een ander principe is simpelweg gaten maken in je zeil. Een hele bekende is de sigaret waarmee men simpel gaten brandt in de vlieger, ook wel ” beach venting” genaamd. Echter zie je ook dat piloten echt gaten snijden in het zeil. De ronde vorm is meetstal favoriet. Voordeel van deze methode is dat er minder vents nodig zijn en dat de lucht er 100% doorheen kan. Nadeel is dat het zeil erg gaat vervormen indien de gaten erg groot worden, dit kan gedeeltelijk worden verholpen door het gebruik van afwerking rond de gaten, die de krachten door het zeil kunnen geleiden.

Variabele vents

Vanaf ongeveer 25 km/h tot 45km/h wind worden de vented vliegers gebruikt. Deze windrange is te groot om maar 1 vented vlieger te hebben, echter hebben veel piloten variabele vents in de vlieger. Gaas panelen kunnen open of dicht worden gemaakt. Vanuit het verleden gebeurde dit veel doormiddel van klitte band. Een stuk stof werd simpel met klitteband over het gaas geplakt. Tegenwoordig zien we veel een nieuw systeem, deze bestaat uit twee lagen gaas waartussen een mylar wordt geschoven om het paneel niet vented te maken.

Plek van vents

Dan komt nu het grootste dilemma, waar moeten de vents komen. Indien er wordt gekozen, om veel kleine vents te maken verdeeld over het zeil, komt het niet zo nauw met de plaatsing van de vents. Echter bij enkele grote vents is de plaatsing van de vents alles bepalend voor het vlieggedrag.

Langs Leading edge

Om de plek zo effectief mogelijk te kiezen kun je de plek kiezen waar het zeil de grootste bolling heeft. Dit is de plaats van de lift motor zit in het zeil, het aangrijppunt van de aerodynamische krachten. Dit punt zit ongeveer op het midden van de Leading Edge en dan 10 cm richting staander. Een vent op deze plek werkt het meest effectief om de trekkracht te doen afnemen.

Staander

Een tweede goede plek is de staander. Een vent vlak bij de staander zorgt dat de snelheid uit je vlieger gaat. Deze vents zorgen er ook voor dat je vlieger verschillende tricks blijft doen, waarbij de vlieger om zijn horizontale as draait.

Naast het kiezen van de juiste vents zijn er nog veel andere trucs.

Toch valt er aan een standaard vlieger veel te sleutelen zodat deze goed blijft vliegen met veel wind en zodoende beter vliegt dan menig vented vlieger.

Lijnen

Start met het gebruik van dikkere en langere lijnen, het gebruik van 150 kg lijnen van 45 meter remt je vlieger enorm, ik heb zelfs de Dust Devils zien vliegen met 225 kg lijnen, puur als rem. Het gebruik van zware handgrepen wordt ook aanbevolen voor meer controle.

Toom

De toom kan anders afgesteld worden, waarbij de meeste beschrijvingen vertellen dat de toom lager afgesteld kunnen worden met meer wind, stel ik hem juist hoger in. Door het toom punt meer richting de neus te verplaatsten staat de vlieger minder haaks op de wind en neemt de trekkracht af.

Leachline los

Bijna elke moderne stunter heeft een lijntje door het achterlijk. Dit lijntje zorgt ervoor dat de vlieger niet hinderlijk gaat klapperen in de wind. Echter het klapperen van het achterlijk remt de vlieger enorm en geeft de vlieger meer precisie. Dit kan dus erg handig zijn bij veel wind.

Daipers varianten

Daipers ofwel gaas panelen die loodrecht op de vliegrichting staan. Dit gaas kan tussen de lijnen bevestigd worden, of tussen de whiskers of in de staart. Een groot nadeel van deze methode is dat het windvenster verkleind wordt. Een ander methode is het bevestigen van een gaas paneel tussen de bovenspanner en onderspanner. Indien je dit paneel bevestigd met elastiek ontstaat er een soort actieve rem. Indien de vlieger weinig wind vangt staat het gaas paneel evenwijdig aan de vliegsnelheid en remt deze nauwelijks. Met meer wind bolt het gaas en komt relatief een groter oppervlak loodrecht op de vliegrichting te staan en remt deze meer. Als je dit systeem zelfs toepast van mylar ontstaan er zelfs remkleppen die je ziet bij verkeersvliegtuigen bij een landing.

Gewicht

Simpel gewicht toevoegen aan de vlieger is heel effectief. Door het extra gewicht wordt de vlieger minder gevoelig voor windstoten en vliegt deze met een meer constante snelheid. Een zwaardere vlieger wilt gewoon minder graag vliegen en dat is eigenlijk wat je wilt met harde wind. Een vlieger heeft een verhouding van voorwaartse snelheid welke komt door een voorwaartse kracht. Deze staat in verhouding met het gewicht. Bij harde wind wordt deze verhouding krom getrokken door de toename van voorwaartse kracht en een gelijk blijvend gewicht.

Een simpele oplossing om de verhouding weer goed te krijgen is het verhogen van gewicht.

Schroom daarom niet om gewoon een 8mm koolstof staander in je vlieger te zetten, deze is lekker zwaar en bijna onbreekbaar. Veel piloten hangen vervolgens nog zo’n 20 tot 80 gram lood aan de staander. De meest favoriete plek is net onder de staander, echter is in de neus en de staart ook favoriet omdat je hierdoor een grotere hefboom creëert.

Lopen

Bij het vliegen kun je controle houden op je vlieger door het naar voren lopen, echter loop je zo het STACK veld uit. Een oplossing is al je figuren veel groter vliegen, je vlieger gaat immers toch sneller. Bij de figuren bij het uiteinde van je wind venster moet je nu naar achter lopen om ze af te vliegen, zo win je weer terrein. In het midden loop je vervolgens weer naar voren. Dit noemt men “speedcontrol” overal de zelfde snelheid houden in de vlieger.

Een beetje conditie op peil houden is dus gewenst bij wedstrijden vliegen bij veel wind.

Succes